Structuur: Dit verwijst naar de organisatie van de familie, inclusief de hiërarchie, rollen van individuele leden en de regels die het gedrag van gezinsleden bepalen.

Communicatiepatronen: Dit omvat hoe informatie wordt uitgewisseld tussen gezinsleden, evenals de kwaliteit van de communicatie en het vermogen om conflicten op te lossen.

Emotionele klimaat: Dit verwijst naar de sfeer en de emotionele tonen binnen het gezin, inclusief de manier waarop affectie wordt geuit, hoe conflicten worden afgehandeld en hoe steun wordt geboden.

Boundary-setting: Familiesystemen hebben grenzen die bepalen wie bij de familie hoort en welke interacties er plaatsvinden tussen gezinsleden en de buitenwereld.

Dynamiek en verandering: Familiesystemen zijn voortdurend in beweging en evolueren in reactie op interne en externe veranderingen, zoals levensgebeurtenissen, ontwikkelingsfasen van individuele gezinsleden en externe stressoren.